Momenteel wordt 4 miljoen aan trafiekvolumes geschut door de sluis van Ooigem, wat de verwerkingscapaciteit van de huidige sluis benadert. De uitbreiding van de sluiscapaciteit door middel van een tweede sluis is een belangrijk onderdeel binnen het projectplan.
Voor kanaal Roeselare-Leie wordt er vooropgesteld binnenschepen toe te laten met drie lagen containers. Om ervoor te zorgen dat deze schepen veilig onder een brug kunnen passeren, is er overal een doorvaarthoogte van zeven meter nodig.
Om de volledige capaciteit van de huidig op het kanaal Roeselare-Leie varende schepen te benutten is een verdieping van de vaargeul noodzakelijk, alsook is het huidige nautische profiel te krap voor een veilige scheepvaartverbinding. Het vervangen van oevers onder een natuurlijke taludhelling door verticale oevers of steile technische oevers binnen het projectplan moet een voldoende breedte garanderen voor de scheepvaart.
Het verdiepen van het kanaal impliceert eveneens de verdiepingswerken aan de sifons die de bestaande beken in de Mandel- en Leievallei onder het kanaal door laten lopen. Alsook dat bij de vooropgestelde oeverwerken het medegebruik van de jaagpaden door recreanten wordt gefaciliteerd en anderzijds bedrijven op een veilige manier kunnen overslaan.
Naast de bijkomende sluis gaat bijzondere aandacht naar de zogenaamde ‘Kop van de Vaart’, het meest opwaartse stuk van het kanaal. De kaaimuren in de havenkom van Roeselare vormen economisch gezien een zeer belangrijke cluster (ca. 25% van de totale trafiek op het KRL), maar bevinden zich stabiliteitstechnisch gezien nu al in slechte tot zeer slechte staat. Om een verlies van overslagcapaciteit te vermijden wordt een vervanging en/of grondige renovatie van deze kaaimuren voorzien.
De opwaardering van de stedelijke omgeving, de continuïteit en bereikbaarheid van de logistieke/industriële bedrijvigheid, de modernisering van de kaai-infrastructuur, het groen-blauwe netwerk (o.a. de [ingekokerde] Mandel), het mobiliteitsgebeuren aan/rond de Kop met o.a. de veilige afwikkeling van het vrachtvervoer en fietsverkeer en de kwaliteit van het publieke domein vormen stuk voor stuk uitdagingen waarvoor een gedragen oplossing dient aangereikt te worden.